Uitleg over de parklasten

Op het einde van het jaar 2022 is er een nieuwsbrief rondgestuurd waarin werd aangegeven dat de parklasten werden verhoogd met een aanzienlijk extra bedrag. Hoewel daarbij aangegeven werd dat het een eenmalige incidentele verhoging was en dat er geen nieuwe grote verhogingen zouden volgen, wordt inmiddels ook een verhoging per 2026 naar € 2.650,00 aangekondigd.

Vervolgens zijn die verhoogde bedragen ook op de facturen afgedrukt en aan mensen verstuurd. Het park denkt nu dat die parklasten in 2023 ook daadwerkelijk verhoogd zijn doordat die hogere parklasten op facturen zijn afgedrukt. Dat klopt echter niet. Als u met de fietsenmaker afspreekt dat u een fiets koopt voor € 100,00 en de fietsenmaker stuurt u daarna een factuur voor € 200,00. Dan maakt dat nog niet dat er een prijs van € 200,00 is afgesproken. Als u die factuur van € 200,00 betaald hebt (al dan niet onder protest), betekent dat dus nog steeds niet dat er een afspraak is dat u een fiets zou kopen voor € 200,00.

Bij de parklasten is dat hetzelfde. U hebt een afspraak over wat u moet betalen en die afspraak kan niet eenzijdig (zonder wederzijdse instemming) gewijzigd worden, behalve dan op een afgesproken manier. Als u dus een factuur hebt gekregen met een te hoog bedrag en als u dat te hoge bedrag ook betaald hebt, betekent dit simpelweg dat u voor een gedeelte teveel betaald hebt en dat u dat geld terug dient te krijgen.

Door op een factuur of in een nieuwsbrief het bedrag van de parklasten te verhogen, wordt dus niet bereikt dat de verplichting om meer voor de parklasten te gaan betalen ook daadwerkelijk gaat bestaan. Die verplichting bestaat vooralsnog niet. De parklasten zijn dus niet écht verhoogd. Het park denkt en handelt alsof dat zo is, maar het is niet daadwerkelijk het geval. Het afdrukken van een bedrag op een factuur, is namelijk geen manier om parklasten te verhogen. De parklasten zijn dus nooit op een rechtmatige en geldige manier verhoogd. Dat is ook al door de rechtbank bevestigd. Als u desondanks tóch de verhoging betaald hebt, hebt u er dus recht op om dat geld terug te krijgen.

Als u dus teveel aan parklasten betaald hebt, kunt u dat terugkrijgen. Dat u dit bedrag betaald hebt, betekent niet dat het terecht verhoogd is en dat u het ermee eens was. Dat u dit bedrag betaald hebt (al dan niet onder protest), betekent ook niet dat u hebt ingestemd en dat u dus bij een instemmende meerderheid van 70% of 75% hoort.

Er zijn vier manieren om een afspraak te wijzigen (dat geldt dus ook voor een afspraak over de hoogte van de parklasten).

Manier 1: In onderling overleg
De eerste manier is, in onderling overleg, door overeenstemming te bereiken. Als u een afspraak hebt met iemand, bijvoorbeeld met het park, dan kan die afspraak gewijzigd worden in onderling overleg. In dat geval moet u het met elkaar eens zijn. Dat geldt dus ook voor een afspraak over de hoogte van parklasten.

Manier 2: Wijzigen op een manier die vooraf in een contract is afgesproken (variant 1)
Een andere manier om een afspraak te wijzigen, is om af te spreken hoe die afspraak gewijzigd mag worden. Bijvoorbeeld met een jaarlijkse verhoging aan de hand van een CBS cijfer. Dit is ook wel bekend als het CPI (consumenten prijs index) cijfer. In dat geval mag de prijs jaarlijks wijzigen aan de hand van dit CPI cijfer. Hierbij wordt opgemerkt dat dan wel het juiste CPI cijfer genomen moet worden. Dit staat in de contracten per wanneer dat mag en welk cijfer er gehanteerd moet worden. Dat is niet bij iedereen hetzelfde. Een wijziging op deze manier (manier 2), is iets waar helemaal niets mis mee is. Want afspraak is afspraak.

Manier 3: Wijzigen op een manier die vooraf in een contract is afgesproken (variant 2)

Nog een andere manier om een afspraak te wijzigen is om af te spreken dat er gewijzigd kan worden en in welke omstandigheden. Op het park is die afspraak in veel contracten aanwezig. In bepaalde gevallen kan er, in afwijking van manier 2, een grotere verhoging worden doorgevoerd wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Bij sommige contracten is vereist dat er een meerderheid van de mensen op het park instemt, maar in andere contracten is dat geen eis en hoe groot die meerderheid moet zijn (als die eis in een contract staat), verschilt ook weer per contract. De eisen die in dit geval dus gelden zijn:
- Een bepaalde meerderheid moet instemmen (in sommige contracten)
- Er moet (zo staat het in uw contract) sprake zijn van onvoorziene omstandigheden.
Staat dit niet in uw contract (dus is er in uw contract niets afgesproken over een verhoging die afwijkt van de CPI verhoging), dan kan er ook niet op deze manier (manier 3) gewijzigd worden. Ook niet als de directie iets anders zegt.

Vast staat dat er nooit ingestemd is door een meerderheid (door welke meerderheid dan ook). Dat is ook door een rechter bepaald en dat is ook door de vorige directie erkend tegenover de rechter.

Vast staat ook dat er geen sprake is van onvoorziene omstandigheden. Daar wordt hierna op in gegaan omdat er nog een vierde manier is om afspraken te wijzigen en voor die vierde manier zijn onvoorziene omstandigheden óók een criterium. De vierde manier wordt dus eerst behandeld en daarna wordt het criterium van “onvoorziene omstandigheden” behandeld.

Manier 4: Wijzigen met een beroep op de wet
Die vierde manier staat in de wet. Meer specifiek artikel 258 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat:
De rechter kan op vordering van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Aan de wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht worden verleend.

Het park kan dus naar de rechter gaan en aan de rechter vragen om het contract op zo’n manier aan te passen dat de parklasten hoger zullen zijn. In dat geval zijn de parklasten rechtsgeldig verhoogd. Dit mag echter alleen in het geval van onvoorziene omstandigheden. De rechter zal ook toetsen of er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Daar is op het park geen sprake van. Dus ook de vierde manier biedt voor het park geen soelaas.

Waarom geen onvoorziene omstandigheden?
Er is simpelweg sprake van achterstallig onderhoud en er is jarenlang geld bij alle huisjes-eigenaren opgehaald onder het mom dat dit geld gebruikt zou worden voor achterstallig onderhoud. Dat is echter nooit gebeurd. Het geld is ook nooit gereserveerd in een “pot” voor onderhoud. Dat er onderhoud gepleegd moest worden, is iets wat altijd te voorzien was. Er is dus geen sprake van onvoorziene omstandigheden.

Sterker nog: er moet beoordeeld worden of een omstandigheid onvoorzien was op het moment dat u een afspraak met het park maakte! Als u dus in bijvoorbeeld 2020 een parklastenovereenkomst sloot, dan moet gekeken worden of in 2020 al te voorzien was dat er sprake was van achterstallig onderhoud. Het moge duidelijk zijn dat dit in 2020 absoluut te voorzien was. In dat geval kan er dus niets verhoogd worden onder het mom van onvoorziene omstandigheden.

Feit is dat er al minstens 16 jaren discussies zijn op het park over het gebrekkige onderhoud en er kan om die reden dus bij niemand die de afgelopen 16 jaren een overeenkomst getekend heeft, gezegd worden dat het nodig zijn van extra geld niet te voorzien was toen deze mensen hun contract tekenden.

Wilt u de teveel betaalde parklasten terug? Meld u dan aan als geïnteresseerde.